Inzicht bij de Kaakchirurg

Een tijdje geleden moest ik naar de kaakchirurg. Ik kwam gewoon voor een adviesgesprek over iets raars in mijn hals (niets aan de hand). Ik werd door een vriendelijke dame naar een behandelkamer geleid. Vanaf daar ging het mis. Ik moest gaan zitten. De enige stoel in de kamer was een tandartsstoel in een vieze jaren-70 kleur. Ik ging maar zitten in die tandartsstoel. Ik had moeten blijven staan. Recht op zitten gaat niet in zo’n stoel en zodra je achterover leunt komt die angst te voorschijn. Die tandarts-angst die volgens mij diep in iedereen huist. Die hele basale, primitieve angst die er voor moet zorgen dat er geen wildvreemde mensen met scherpe voorwerpen in je mond lopen te wroeten. Klamme handen en zweet op je voorhoofd. Ik zat daar – ik ben nogal fors – met de hoofdsteun akelig onder in mijn nek en de voetensteun in mijn knieholten. Aan alle kanten ongemakkelijk.

Dat was alleen nog maar de fysieke kant van het ongemak. Vóór mij – pal in het uitzicht vanuit de tandartsstoel – hingen twee zeer ongemakkelijke posters. Zonder enige verhulling werden daar op die posters de basistechnieken van de kaakchirurg getoond. “De tandeloze onderkaak” en “Meerdere ontbrekende tanden op een rij” waren een paar van de tandheelkundige situaties die ik me herinner. Ze werden allemaal getoond op foto’s van opengesperde monden. Titanium pinnen staken uit tandeloze kaken, stalen klemmen hielden monden onnatuurlijk ver open en schema’s van opengewerkte kaken toonden hoe pinnen met schroefdraad de kaak in geschroefd worden. Een bizarre kruising tussen nazi martelpraktijken en opdringerige Borg-technologie: “resistance is futile”. Waarom doet die kaakchirurg dit? Waarom hangen die posters daar? Snappen ze niet dat niemand dit soort beelden wil zien? Hoe kan ik mij aan een kaakchirurg overgeven als hij zo bot met mijn angsten omgaat?

En toen kwam – als een bliksemschicht – het inzicht (angst zorgt er duidelijk voor dat je hersenen harder gaan werken). Wij IT’ers behandelen onze klanten precies zoals de kaakchirurg zijn patiënten behandelt! In mij huist ook een kaakchirurg! Misschien is het voor u evident, maar ik dacht altijd dat wij gewoon niet in staat zijn om ‘de business’ aan te spreken op een manier die ze begrijpen. De werkelijkheid is heel veel erger. De IT-er is als een bedrijfskaakchirurg die aan huis komt met zijn ongemakkelijke stoel, zijn martelpraktijken en martelwerktuigen. En ook wij hebben onze afschrikwekkende posters. Posters waarop het bedrijf van de klant met behulp van vage blokken en pijlen onsmakelijk wordt opengelegd. Klanten zijn gedwongen zich volledig over te geven aan gevoelloze techneuten die met nét de verkeerde woorden geforceerd duidelijk proberen te maken dat ze de klant begrijpen. Die klanten hebben al jaren ervaring dat IT ‘pijn doet’. Elk project dat ze eerder deden duurde langer dan afgesproken, leverde minder op dan afgesproken en was duurder dan afgesproken. En dan staat er weer zo’n IT-er die zegt dat het nu wél gaat lukken. Net een kaakchirurg die zegt dat het “echt geen pijn doet”. Daar zit de klant met klamme handen en zweet op het voorhoofd. Hij weet dat hij niet zonder IT kan zoals een patiënt weet dat die kies echt getrokken moet worden. Toch is hij bang.

De vraag is natuurlijk wat we met dat inzicht moeten gaan doen? Als we de metafoor van de kaakchirurg volgen, dan is er een eenvoudig antwoord: mondhygiëne! Mondhygiëne is meer preventief, vriendelijker, minder ingrijpend. Mondhygiënisten zijn meestal mondhygiënistes en dat is voor de (mannelijke) klant altijd al veel minder angstaanjagend. De mondhygiënist(e) heeft veel meer tijd voor je. Tijd om met je te praten en om met je angsten om te gaan. We vertrouwen de mondhygiëniste toe dat zij zelf weet wat het beste is voor onze tanden. Bij de kaakchirurg of tandarts vraag ik me altijd af of het wel echt nodig is. Hoe meer mondhygiëne, hoe kleiner de kans is dat je aan de kaakchirurg wordt overgeleverd. Hoe ziet de mondhygiëne in de IT er uit? Volgens mij is dat een soort preventieve IT. Iemand in de organisatie die de vrijheid, de verantwoordelijkheid en het budget heeft om op eigen initiatief kleine stapsgewijze verbeteringen door te voeren aan het IT landschap. Iemand die een langdurige band met de klant opbouwt en ook echt in de taal van de klant kan praten. Nu zijn er vast een heleboel mensen die willen beweren dat BiSL of ASL (of een ander IT-proces) precies dat doet. Dat zijn mensen die niet inzien dat het implementeren van dit soort raamwerken niet veel aangenamer is dan het trekken van al je kiezen.

Published in Automatisering gids. Copyright Daan Kalmeijer.